With, instructie

       

Voert een reeks instructies uit op een enkel object of op een door de gebruiker gedefinieerd type.

Syntaxis

With object
[instructies]

End With

De instructie With heeft de volgende argumenten:

Onderdeel Beschrijving
Object Vereist. Naam van een object of een door de gebruiker gedefinieerd type.
instructies Optioneel. Een of meer instructies die moeten worden uitgevoerd op object.

Notities

Met de instructie With kunt u een reeks instructies uitvoeren op een opgegeven object zonder de naam van het object steeds opnieuw te hoeven aanduiden. Als u bijvoorbeeld een aantal verschillende eigenschappen wilt wijzigen voor ΘΘn object, plaatst u de instructies die de eigenschap toewijzen binnen de With-besturingsstructuur. U verwijst dan ΘΘn keer naar het object in plaats van met iedere eigenschapstoewijzing. Het volgende voorbeeld illustreert het gebruik van de instructie With om waarden toe te wijzen aan verschillende eigenschappen van hetzelfde object.

With MijnNaam
    .Height = 2000
    .Width = 2000
    .Caption = "Dit is MijnNaam"
End With

Opmerking Zodra een With-blok is ingevoerd, kan object niet meer worden gewijzigd. Daarom kunt u niet ΘΘn enkele instructie With gebruiken om een aantal verschillende objecten te be∩nvloeden.

U kunt instructies With nesten door een With-blok in een ander blok te plaatsen. U moet er wel voor zorgen dat er in een ingesloten With-blok een volledige objectverwijzing voorkomt naar ieder deel van een object in het omvattende blok. Dit is nodig omdat delen van het omvattende blok worden gemaskeerd binnen het ingesloten blok.

Opmerking   Over het algemeen is het aan te bevelen om niet in of uit With-blokken te springen.

Als de instructies in een With-blok zijn uitgevoerd, maar de instructie With of End With niet is uitgevoerd, blijft een tijdelijke variabele met een verwijzing naar het object in het geheugen totdat u de procedure afsluit.